FTP

Voor het uitwisselen van bestanden wordt op het internet een bepaalde standaard gebruikt: FTP. FTP staat voor File Transport Protocol. Je zou dat kunnen vertalen als 'regels voor bestandsoverdracht'. Met behulp van FTP kunnen de computers die op het internet aangesloten zijn bestanden naar mekaar versturen. Dit protocol is hiervoor veel geschikter dan HTTP en biedt bijvoorbeeld voorzieningen om hele bestandsmappen te kopiëren of om na een onderbreking door te gaan (HTTP begint altijd helemaal opnieuw).

Je kunt dus met FTP bestanden overbrengen naar je eigen harde schijf, maar ook bestanden van je eigen computer naar een andere computer kopiëren. Vooral dat laatste komt van pas als je een website op het WWW wilt publiceren. Je zult immers de webpagina's van eigen makelij op een of andere manier bij jouw internetaanbieder (provider) op de harde schijf moeten zetten. Dat kan dus met behulp van FTP.

Uploaden

Via een FTP-programma (FTP-client) kun je bestanden van je eigen schijf op de harde schijf van een computer op het internet plaatsen (uploaden).  Deze computer wordt een FTP-server of webserver genoemd.  Naast het plaatsen van bestanden op deze server kun je hiervan ook bestanden afladen (downloaden).

Niet iedereen kan zomaar gelijk waar op deze servers bestanden plaatsen of afladen.  Zowel voor het uploaden als het downloaden heb je toelating nodig.  De beheerder van de webserver geeft je een gebruikersnaam (user name) en een wachtwoord (password) en hij of zij zal je ook meedelen tot welk deel (map(pen) of folder(s)) van de harde schijf je toegang krijgt.
Als de FTP-server een publieke dienst is kun je als gebruikersnaam 'Anonymous' opgeven en als wachtwoord jouw e-mailadres.

Dit is het binnenhalen of ‘sponzen’ van een bestand van een andere computer naar de harde schijf van je eigen computer. Dat kan zowel een tekstbestand, een foto, een geluidsbestand of een programma zijn.

Zelf eens proberen? Neem dan eens een kijkje bij McAfee. In de map pub vind je meer over 'antivirus'.