Meetkunde
Lesgeheel 1 - Ruimtemeetkunde
Lesgeheel 2 - Spiegelen, verschuiven en draaien in het vlak
  • M4 - Spiegelingen herkennen en tekenen

  • M5 - Eigenschappen van de spiegeling

    • 05 a Beeld van een lijnstuk door een spiegeling
    • 05 b Beeld van een hoek door een spiegeling
    • 05 c Beeld van een rechte door een spiegeling
    • 05 d Beelden van evenwijdige rechten door een spiegeling
    • 05 e Beeld van een driehoek door een spiegeling
    • 05 Eigenschappen van de spiegeling
  • M6 - Symmetrie

  • M7 - Verschuivingen herkennen en tekenen

    • 07 a Visuele voorstelling van een verschuiving
    • 07 b Visuele voorstelling van een verschuiving
    • 07 c Schuifbeeld van een punt tekenen met de geodriehoek
    • 07 Verschuivingen herkennen en tekenen
  • M8 - Eigenschappen van de verschuiving

    • 08 a Schuifbeeld van een lijnstuk
    • 08 b Schuifbeeld van een hoek
    • 08 c Het schuifbeeld van een rechte
    • 08 d Schuifbeelden van evenwijdige rechten
    • 08 e Schuifbeeld van een driehoek
    • 08 Eigenschappen van de verschuiving
  • M9 - Draaiingen herkennen en tekenen

    • 09 a Visuele voorstelling van een draaiing
    • 09 b Visuele voorstelling van een draaiing
    • 09 c Draaibeeld van een punt tekenen met geodriehoek en passer
    • 09 Draaiingen herkennen en tekenen
  • M10 - Eigenschappen van de draaiing

    • 10 a Draaibeeld van een lijnstuk
    • 10 b Draaibeeld van een hoek
    • 10 c Draaibeeld van een rechte
    • 10 d Draaibeelden van evenwijdige rechten
    • 10 e Draaibeeld van een vlakke figuur
    • 10 Eigenschappen van de draaiing
  • M11 - De puntspiegeling

    • 11 a Een bijzondere draaiing
    • 11 b Visuele voorstelling van een puntspiegeling
    • 11 c Visuele voorstelling van een puntspiegeling
    • 11 d Beeld van een punt door een puntspiegeling
    • 11 e Symmetriemiddelpunt
    • 11 De puntspiegeling
Lesgeheel 3 - Hoeken
  • M12 - Indeling van de hoeken volgens hun som

  • M13 - Indeling van hoeken volgens hun ligging

  • M14 - Hoeken gevormd door rechten en een snijlijn

  • M15 - Hoeken gevormd door evenwijdige rechten en een snijlijn

    • 15 a Eigenschappen van de overeenkomstige hoeken, gevormd door twee evenwijdige rechten en een snijlijn
    • 15 b Wanneer zijn twee rechten, die gesneden worden door een derde rechte, evenwijdig?
    • 15 c Eigenschap van de verwisselende binnenhoeken, gevormd door twee evenwijdige rechten en een snijlijn.
    • 15 d Wanneer zijn twee rechten, die gesneden worden door een derde rechte, evenwijdig?
    • 15 e Eigenschappen van de verwisselende buitenhoeken, gevormd door twee evenwijdige rechten en een snijlijn.
    • 15 f Wanneer zijn twee rechten, die gesneden worden door een derde rechte, evenwijdig?
    • 15 g Eigenschappen van de binnenhoeken aan dezelfde kant van de snijlijn, gevormd door twee evenwijdige rechten en een snijlijn
    • 15 h Wanneer zijn twee rechten, die gesneden worden door een derde rechte, evenwijdig?
    • 15 i Eigenschappen van de buitenhoeken aan dezelfde kant van de snijlijn, gevormd door twee evenwijdige rechten en een snijlijn
    • 15 j Wanneer zijn twee rechten, die gesneden worden door een derde rechte, evenwijdig?
    • 15 Hoeken gevormd door evenwijdige rechten en een snijlijn
  • M16 - De som van de hoeken in een driehoek

  • M17 - Bewijs: de eigenschap van overstaande hoeken

  • M18 - Bewijs: eigenschappen hoeken gevormd door evenwijdige rechten en snijlijn

    • 18 a Eigenschappen van de overeenkomstige hoeken, gevormd door twee evenwijdige rechten en een snijlijn
    • 18 b Bewijs: overeenkomstige hoeken hebben dezelfde hoekgrootte
    • 18 c Wanneer zijn twee rechten, die gesneden worden door een derde rechte, evenwijdig?
    • 18 d Als twee overeenkomstige hoeken, gevormd door twee rechten een een snijlijn gelijk zijn, dan zijn deze twee rechten evenwijdig.
    • 18 e Eigenschap van de verwisselende binnenhoeken, gevormd door twee evenwijdige rechten en een snijlijn.
    • 18 f Bewijs: als twee evenwijdige rechten gesneden worden door een derde rechte, dan hebben de verwisselende binnenhoeken dezelfde grootte
    • 18 g Wanneer zijn twee rechten, die gesneden worden door een derde rechte, evenwijdig?
    • 18 h Bewijs: als twee verwisselende binnenhoeken, gevormd door twee rechten en een snijlijn dezelfde grootte hebben, dan zijn deze twee rechten evenwijdig
    • 18 Bewijs: eigenschappen hoeken gevormd door evenwijdige rechten en snijlijn
  • M19 - Bewijs: de eigenschap van de som van de hoeken van een driehoek

Lesgeheel 4 - Congruentie
  • M20 - Congruente figuren

    • 20 a Aanschouwelijke voorstelling van congruente figuren
    • 20 b Wiskundige voorstelling van congruentie
    • 20 Congruente figuren
  • M21 - Congruente driehoeken

    • 21 a Wiskundige voorstelling van congruentie
    • 21 b Eigenschap van congruente driehoeken
    • 21 c Congruentiekenmerk ZZZ
    • 21 d Congruentiekenmerk HZH
    • 21 e Congruentiekenmerk ZHH of HHZ
    • 21 f Congruentiekenmerk ZHZ
    • 21 g Congruentiekenmerk van rechthoekige driehoeken ZZ90°
    • 21 h Onderzoek of HH ook een congruentiekenmerk is.
    • 21 i Onderzoek of ZH ook een congruentiekenmerk is.
    • 21 Congruente driehoeken
  • M22 - Bewijzen met congruente driehoeken

    • 22 a Bewijs met congruente driehoeken
    • 22 b Bewijzen met congruente driehoeken
    • 22 c Bewijzen met congruente driehoeken
    • 22 d Bewijzen met congruente driehoeken - Oefenboek: oefening 820 p. 279
    • 22 e Bewijzen met congruente driehoeken - Leerwerkboek: oefening 7 p. 84
    • 22 Bewijzen met congruente driehoeken
  • M23 - Eigenschap en constructie van de middelloodlijn van een lijnstuk

  • M24 - Eigenschap en constructie van de bissectrice van een hoek

  • M25 - Bewijs: de eigenschap van de middelloodlijn van een lijnstuk

    • 25 a Eigenschap van de punten van de middelloodlijn van een lijnstuk
    • 25 b Eigenschap in verband met de punten van de middelloodlijn van een lijnstuk
    • 25 c Hoe kan je bewijzen dat de punten van de middelloodlijn van een lijnstuk op gelijke afstanden liggen van de grenspunten van dat lijnstuk?
    • 25 d Bewijs dat elk punt van de middelloodlijn van een lijnstuk op gelijke afstanden ligt van de grenspunten van dat lijnstuk.
    • 25 e Bewijs dat als een punt op gelijke afstanden ligt van de grenspunten van dat lijnstuk, dan ligt dat punt op de middelloodlijn van het lijnstuk.
    • 25 Bewijs: de eigenschap van de middelloodlijn van een lijnstuk
  • M26 - Bewijs: de eigenschap van de som van de hoeken van een driehoek

    • 26 a Eigenschap van de punten van de bissectrice van een hoek
    • 26 b Eigenschap in verband met de punten van de bissectrice van een hoek
    • 26 c Hoe kan je bewijzen dat elk punt van de bissectrice op gelijke afstanden ligt van de benen van de hoek?
    • 26 d Bewijs dat als een punt op de bissectrice van een hoek ligt, dan zijn de afstanden van dat punt tot de benen van de hoek gelijk.
    • 26 e Bewijs dat als een punt op gelijke afstanden ligt van de benen van een hoek, dan ligt dat punt op de bissectrice van de hoek.
    • 26 Bewijs: de eigenschap van de som van de hoeken van een driehoek
Lesgeheel 5 - Eigenschappen van driehoeken
  • M27 - De basishoeken in een gelijkbenige driehoek

  • M28 - Een buitenhoek van een driehoek

  • M29 - Constructie en classificatie van driehoeken

    • 29 a Construeer een ongelijkbenige driehoek
    • 29 b Construeer een gelijkbenige driehoek
    • 29 c Construeer een gelijkzijdige driehoek
    • 29 d Symmetrieas - Symmetrische figuren
    • 29 e Classificatie van driehoeken op basis van de symmetrieassen
    • 29 Constructie en classificatie van driehoeken
  • M30 - De driehoeksongelijkheid

  • M31 - Bewijs: de eigenschap van de basishoeken in een gelijkbenige driehoek

    • 31 a Basishoeken van een gelijkbenige driehoek
    • 31 b Een driehoek met twee gelijke hoeken
    • 31 c Hoe kan je bewijzen dat de basishoeken van een gelijkbenige driehoek even groot zijn?
    • 31 d Bewijs dat in een gelijkbenige driehoek de basishoeken gelijk zijn.
    • 31 e Bewijs dat als de basishoeken in een driehoek even groot zijn, dan is de driehoek gelijkbenig.
    • 31 Bewijs: de eigenschap van de basishoeken in een gelijkbenige driehoek
  • M32 - Bewijs: de eigenschap van een buitenhoek van een driehoek

  • M33 - Bewijs: het verband tussen de hoeken en de zijden in een driehoek

  • M34 - Bewijs: die driehoeksongelijkheid

    • 34 a Driehoeksongelijkheid
    • 34 b Bewijs: in een driehoek is de lengte van een zijde kleiner dan de som van de lengten van de andere twee zijden
    • 34 Bewijs: die driehoeksongelijkheid
Lesgeheel 5 - Eigenschappen van driehoeken